Verklaring van de fabrikant over ReMag® en ReMyte®.
Om te begrijpen hoe
ReMag® en
ReMyte® worden geproduceerd, is enige basiskennis vereist van de chemie van ionen, ionisatie, ionisatiepotentiaal en de opname van mineralen. Een paar eenvoudige Google-zoekopdrachten met de bovenstaande trefwoorden geven je de achtergrondinformatie die je nodig hebt.
ReMag® magnesium en
ReMyte® mineralen hebben dezelfde vorm zoals die van nature in onze voeding aanwezig is. Deze mineralen zijn vloeibaar, ionisch, monoatomisch (een oplossing van enkelvoudige mineraalionen) en één picometer groot. Nanotechnologie wordt niet gebruikt. Picometers zijn niets anders dan meeteenheden. (Een meter is een quadriljoen of 1.000.000.000.000 picometer).
ReMag® en
ReMyte® zijn niet alleen ionische oplossingen. Ionen verwijzen naar de lading, niet naar een meeteenheid. Ionen kunnen in een oplossing grote complexen of rasterstructuren vormen, waardoor hun omvang groter wordt dan die van een afzonderlijk ion. Ook hebben ze de neiging zich met waterstof en zuurstof te binden tot magnesiumoxiden en -hydroxiden, die werken als maagzuurremmers en maagzuur neutraliseren. Bovendien zijn ze laxeermiddelen en moeilijk verteerbaar, wat energie vraagt.
Onze technologie zorgt ervoor dat de afzonderlijke ionen in de oplossing niet combineren (monoatomisch blijven). Daarom onderscheiden we ze van zwakke complexe ionische oplossingen en noemen we ze picometrische mineralen. De grootte van een afzonderlijk ion, als het ionisch is en niet gebonden aan andere ionen, wordt beschreven in picometer. De grootte van elk ion wordt bepaald door de aard van het element en de atomische massa. Een magnesiumion kan zo klein zijn als de wetten van de natuur toestaan. Zo kunnen we bijvoorbeeld een enkel magnesiumatoom niet kleiner maken; we kunnen er alleen voor zorgen dat het atoom zich niet met andere atomen verbindt tot grotere groepen atomen. Hetzelfde geldt voor ionen. De grootte van één monatomisch magnesiumion is ongeveer 86 picometer. Ons proces zorgt ervoor dat het magnesium van picometrische grootte blijft voor maximale opname door het lichaam.
Het echte geheim van ons proces is dat we alle factoren in het ionisatieproces zo beheersen dat het eindproduct een monoatomische vorm van magnesiumionen ter grootte van een picopartikel is (geabsorbeerd door de wortels van planten, vrijkomend in ons spijsverteringsstelsel en opgenomen in onze cellen). Het ionisatieproces zelf is ingewikkeld, maar niet anders dan wat er op elk moment in de natuur gebeurt.
We staan dus niet toe dat ionen zich combineren tot complexe ionische groepen of verbindingen die energie van het lichaam vragen voor afbraak en opname.
Hoe voorziet de natuur het menselijk lichaam van mineralen? Wanneer we voedsel eten (idealiter de meest natuurlijke bron van mineralen), komen er mineralen vrij door de werking van zoutzuur en maagsappen in de spijsvertering. In principe ioniseren spijsverteringssappen mineralen in het voedsel waarbij er afzonderlijke ionen gevormd worden, maar geen chelaten, verbindingen of grote clusters van ionen. Ionen vormen de basis van biologische energie en functie. Pas nadat de ionen uit het voedsel zijn vrijgekomen worden de geïoniseerde mineralen, die een positieve elektrische lading dragen, via een chelaat- of dragereiwit aan een sterke, negatief geladen drager vastgemaakt. Het passeert vervolgens door het lichaam of wordt door het eiwit opgenomen. Het kan ook als een ongebonden, positief geladen mineraalion in de darm terechtkomen voor opname door plaatselijke ionenreceptoren.
Een ion is elk atoom of elke groep atomen met een positieve of negatieve elektrische lading. Positief geladen ionen worden kationen genoemd (mineralen zijn kationen), terwijl negatief geladen ionen anionen worden genoemd. Ionen worden gevormd door elektronen toe te voegen aan, of te onttrekken uit neutrale atomen, moleculen of andere ionen. Het is algemeen bekend dat mineralen, om effectief en volledig door het lichaam opgenomen te kunnen worden, een elektrische lading moeten hebben om door de celbarrières te kunnen dringen. We willen dat het mineraal in de cel wordt opgenomen, niet alleen in de bloedbaan. Het atoom heeft en elektrische lading omdat het ofwel een elektron mist, ofwel omringd is door extra elektronen. Deze lading zorgt ervoor dat de ionen op elkaar inwerken, elkaar aantrekken of afstoten bij het zoeken naar andere ionen om extra elektronen toe te voegen of te onttrekken. Het is de lading van een deeltje die mineralen in staat stelt de vele functies die ze in het lichaam vervullen, te activeren. Vergeet niet dat het ionisch geladen mineraal nog steeds deel van een complex kan zijn, waardoor het te groot is om cellen binnen te dringen.
Mineralen zijn door hun elektrische lading in wezen katalysatoren (reactiestarters) en cofactoren in metabole processen. De vloeistof rond onze cellen is verzadigd met zowel kationen als anionen, net als de vloeistof ín onze cellen. Door deze scheiding van atomen met specifieke elektrische ladingen wordt een elektrische gradient, of stroom, gevormd over het celmembraan. Door deze stroom kunnen geladen minerale iondeeltjes gemakkelijker door het celmembraan dringen. Het mineraal moet daarvoor ionisch zijn.
Ionische monoatomische mineralen, ter grootte van picometers, hebben een lading en grootte die het lichaam herkent en begrijpt, zodat ze gemakkelijk kunnen worden opgenomen via selectief doorlaatbare celmembranen. Ionische monoatomische mineralen worden ook gemakkelijk getransporteerd over de selectieve celmembranen van het menselijke spijsverteringskanaal. Omdat ionische mineralen geladen zijn, hoeft het lichaam minder energie te verbruiken om deze mineralen op te nemen. Sommige ionen zijn echter gebonden aan dragereiwitten, gechelateerd of gecomplexeerd met aminozuren, en moeten in kleinere elementen worden afgebroken en een elektrische lading krijgen om door het darmmembraan te kunnen dringen.
Door de elektrische gradient (geladen ionen) kunnen ionische mineralen eenvoudig van het gebied met een hogere concentratie (het spijsverteringskanaal en de darmen) naar het gebied met een lagere concentratie (de cellen in het lichaam) stromen.
Het lichaam absorbeert monoatomische ionen ter grootte van picometers efficiënter dan andere vormen van mineralen, omdat de meeste andere mineralen de volledige verteringsprocessen moeten doorlopen om afgebroken te worden. In feite behouden de membranen die ons spijsverteringskanaal bekleden hun specifieke elektrische lading in de vorm van ionenreceptoren. Het lichaam houdt deze elektrische lading op de membranen in stand om de opname van voedingsstoffen te vergemakkelijken. Verschillende receptorgebieden hebben verschillende elektrische ladingen, wat het aantrekken van een verscheidenheid aan voedingsstoffen mogelijk maakt die het spijsverteringskanaal passeren.
We zijn ervan overtuigd dat het lichaam voorzien van mineralen in een vorm die gelijkwaardig is aan de mineralen die afkomstig zijn uit voedsel het meest zinvol is, omdat er in de maag ionische mineralen uit het voedsel worden onttrokken.